Gezondheid

Deze hormoonverstoorders bedreigen elke dag je gezondheid

BPA We staan de hele dag bloot aan chemische stoffen. Ze omringen ons in huis, op straat en op het werk. Een groot aantal van die stoffen, zoals hormoonverstoorders, zijn elke dag opnieuw een gevaar voor je gezondheid. En je kunt ze niet zomaar zien. Deze informatie helpt je om die gevaarlijke stoffen te herkennen, contact er mee te vermijden en je gezondheid te beschermen.

Bekende en gevaarlijke chemische stoffen, zoals lood, dioxinen en PCBs zie je dankzij strikte wetgeving vrijwel niet meer in voeding en producten. Veel andere stoffen, zoals hormoonverstoorders (EDC endocrine disrupting chemicals) en neurotoxines die de (ontwikkeling van de) hersenen aantasten (DNT developmental neurotoxic properties), zijn ook giftig voor mensen en vooral voor kinderen. Maar die komen nog steeds (te) veel voor in etenswaar en gebruiksvoorwerpen.

Denk aan bestrijdingsmiddelen in lucht, water en in voeding; componenten van plastics in verpakkingen en gebruiksproducten; emissies van chemische- en verbrandingsprocessen; brandvertragers en kleurstoffen in kleding en in meubels.

Wat zijn hormoonverstoorders en wat doen ze
Hormoonverstoorders of EDC s zijn synthetische stoffen die de werking van hormonen imiteren of die de werking ervan juist blokkeren. Zo verstoren ze het hormoonsysteem en veroorzaken ze mogelijk schadelijke effecten op het zenuwstelsel en het immuunsysteem.

Hormoonverstoorders worden er van verdacht afnemende kwaliteit van sperma bij mannen te veroorzaken, onvruchtbaarheid bij vrouwen en ziektes zoals diabetes, obesitas en borst- en prostaatkanker.

De effecten van EDC s zijn sterk afhankelijk van het moment waarop je er mee in contact komt. Vooral tijdens de zwangerschap, baby- en vroege kinderperiode en adolescentie kunnen zelfs kleine doses van deze stoffen schadelijk zijn voor de ontwikkeling. Gezondheidseffecten treden vaak pas later in het leven op. Bescherming tegen EDC s in deze gevoelige fasen is dan ook erg belangrijk.

Er zijn nu al meer dan 200 stoffen met hormoonverstorende effecten bekend, zoals BPA (Bisfenol A) en bepaalde parabenen en ftalaten. Ze zitten in alledaagse producten en komen in ons lichaam via onze voeding, inademen of via de huid wanneer we deze producten gebruiken.

Veel EDC s zijn persistent (dwz ze verdwijnen niet uit het lichaam) en kunnen zelfs effect hebben bij heel lage concentraties. Hoewel tientallen onderzoeken de negatieve gevolgen tonen die bepaalde EDC s hebben op dieren, het milieu en de mens, zijn er onvoldoende wettelijke maatregelen die het gebruik ervan beperken. Dus worden EDC s nog steeds in veel alledaagse producten gebruikt.

De WHO (Wereld Gezondheid Organisatie) riep al in 2013 op tot meer onderzoek om de werking te begrijpen van hormoonverstoorders (EDC) die in vele huishoudelijke en industriële producten voorkomen en die gevaarlijke ziekten en aandoeningen kunnen veroorzaken. Het rapport merkt op dat met meer uitgebreide evaluaties en betere testmethoden, potentiële ziekte risico’s kunnen worden beperkt, met aanzienlijke besparingen voor de volksgezondheid. Lees meer over het WHO rapport over hormoonverstoorders.

De EFSA (Europees agentschap voor voedselveiligheid) houdt al tijden lang vol dat de gezondheidrisico’s van BPA niet zijn bewezen. Toch heeft de EFSA de maximaal toelaatbare grens in 2016 bijgesteld van 50 microgram per kilo lichaamsgewicht per dag naar 4 microgram per kilo lichaamsgewicht per dag.

Recent onderzoek van onder andere het UMCG Groningen naar de invloed van hormoonverstoorders op de menselijke gezondheid toont aan dat hormoonverstorende stoffen zoals parabenen en fenolen zich in het menselijk brein kunnen nestelen. De uitkomsten van het onderzoek werden op 13 september 2017 gepubliceerd in het International Journal of Environmental Research and Public Health.

Dit zijn de meest bekende hormoonverstoorders

Waar worden ze voor gebruikt en in welke producten komen ze voor:
Bisfenol A (BPA) wordt gebruikt als hardmaker in plastics en komt voor in polycarbonaat kunststof, epoxys en epoxyharsen. Het zit in plastics, zuigflessen en fopspenen (inmiddels in de EU verboden), voedselverpakking (in plastic en in binnencoating van conservenblikken), magnetronmaaltijd verpakkingen gemaakt van polycarbonaat, plastic gebruiksvoorwerpen, plastic vershoudfolie (van pvc), computers, cd’s, thermisch papier (kassabonnen), gerecycled papieren handdoeken en wc-papier, medische hulpmiddelen, tandheelkundige composietvullingen, lijmen, lakken, nagellakken.

BPA is ook neurotoxisch (DNT).Bisfenol S (BPS) en Bisfenol F (BPF) worden steeds vaker als vervanger van BPA gebruikt, maar zijn eveneens sterk verdacht van soortgelijke giftige eigenschappen. Recent onderzoek toont dat aan. Ook de EU vestigt daar aandacht op.

Ftalaten worden gebruikt als weekmakers voor kunststoffen. Ze komen voor in PVC-vloeren, kunststof tegels, tapijt met kunststof onderlaag, vinylbehang, douchegordijnen,(kunst)lederen meubels en tassen, PVC voedselverpakkingen, elektrische kabels, lijmen, verven, verf(printen), schoonmaakmiddelen, gecoate weefsels, medische producten ( zoals handschoenen en infuusslangen), cosmetica, textiel (waterbestendig kleding, plastic klompen), speelgoed (zoals plastic poppen, waterspeelgoed, kinderbadjes, zwemvleugels, luchtbedden).

In de EU zijn de ftalaten DEHP, DBP en BBP verboden in speelgoed. In speelgoed voor kinderen tot drie jaar oud zijn ook DINP, DIDP en DNOP verboden. WECF ijvert voor verbod van EDC s in speelgoed en etikettering van schadelijke stoffen in speelgoed. Sommige ftalaten zijn ook neurotoxisch (DNT)

Atrazine is sinds 2004 in de EU verboden, maar wordt in de VS nog volop gebruikt als onkruidbestrijdingsmiddel. Het veroorzaakt geslachtsverandering bij kikkers en wordt voor mensen in verband gebracht met borst- en prostaatkanker en vertraging van de puberteit. In Europa is atrazine vervangen door terbuthylazine, een sterk verwante stof verdacht van soortgelijke schadelijke effecten.

Triclosan: Triclosan is een anti-bacteriële stof die we vinden in verzorgingsproducten als tandpasta, zeep, shampoo, lotions, deodorant, aftershave, etc.
Dioxines ontstaan bij verbrandingsprocessen. PCBs ontstaan bij de productie van bestrijdingsmiddelen met chloor en transformatorvloeistoffen. Ze kunnen verschillende gezondheidsproblemen veroorzaken. De stoffen zijn wereldwijd sinds 2001 verboden.

Organotinverbindingen zijn milieugevaarlijk, kankerverwekkend en giftig voor het immuunsysteem. Ze worden gebruikt als conserveermiddel, stabilisatoren en biociden. Organotinverbindingen zitten in PVC-producten (handschoenen, slipppers, verpakking), PVC bedrukking van textiel, verf voor schepen, als desinfectiemiddel, tributyltinhydride (TBT): voor het coaten van textiel. In PVC vloeren en vloercoatings, en coatings voor bakplaten en bakpapier.

Nonylfenolen zijn giftig, bijtend en milieugevaarlijk. Ze zijn verboden in de EU in concentraties van meer dan 0,1%. Volgens veel onderzoekers is er voor kinderen en zwangere vrouwen geen veilige grenswaarde. Nonylfenolen komen voor in huishoudelijke schoonmaakmiddelen, cosmetica, textiel en kleding, voedselverpakkingen, speelgoed of vloerbedekking, ontsmettingsmiddelen, PVC folie transparanten, als emulgator in pesticiden en muurverf.

Octylfenol (4-tert-octylfenol) is in 2011 toegevoegd aan de lijst van zeer ernstige zorgstoffen in REACH met mededelingsplicht voor de fabrikant. Het wordt gebruikt bij de vervaardiging van verf, lijm en banden.
Parabenen zijn conserveringsmiddelen die beschermen tegen aantasting van schimmels en bacteriën. Butyl-en propylparabenen versterken de werking van het vrouwelijk hormoon oestrogeen wat kan leiden tot contactallergieën. Parabenen komen voor in veel verzorgingsproducten, geneesmiddelen, voedsel, tabak en schoenpoets. Schadelijke parabenen in cosmetische producten zijn calledbutylparaben, propylparaben, in levensmiddelen en tabaksproducten zijn methyl-, ethyl parabenen en zijn zouten (E214, E215, E216, E217, E218, E219) nog steeds toegestaan.

Synthetische UV-filters, zoals Benzofenon-3 (oxybenzon), 3-benzylideen kamfer, 4 methylbenzylideen kamfer (4-MBC), 4,4-Dihydoxybenzofenon, benzofenon, ethylhexylmethoxycinnamaat hebben een hormoonverstorende werking.

Gebromeerde vlamvertragers (BFRs) zijn chemische stoffen die worden toegevoegd aan meubels, elektronica en bouwmaterialen. De meest giftige voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel zijn inmiddels bij productie verboden, maar komen nog veel voor in bestaande materialen en hopen zich op in huisstof.

Per-en poly-fluorocarbonaten (PFCs) worden toegepast in de bekende anti-aanbaklaag van pannen. Het gaat om een grote groep van gerelateerde stoffen waarvan er inmiddels enkele in de EU verboden zijn. Er is bewijs dat sommige PFC’s de werking van schildklierhormonen blokkeren. PFC’s kunnen zich ophopen in het lichaam.

Perchloraat is afkomstig uit meststoffen en bleekmiddel en kan voedsel verontreinigen. Het verstoort de werking van schildklierhormonen.

Lood tast vrijwel elk orgaan in het lichaam aan en veroorzaakt een brede waaier aan aandoeningen. Het is niet alleen een zwaar giftig zwaar metal, maar ook een hormoonverstoorder. Je kunt nog steeds met lood in aanraking komen door oude verflagen of leidingen in oude huizen.
Kwik is een natuurlijk element dat giftig is voor levende organismen. Vooral tijdens de zwangerschap kan een kwikvergiftiging leiden tot aantasting van de hersenen van de foetus. Het heeft ook hormoonvertsorende eigenschappen en kan zo onder andere leiden tot diabetes. Kwik hoopt zich op in de voedselketen en komt vooral in vis voor.

Organofosfaten zijn bestrijdingsmiddelen die hun oorsprong vonden in het gifgas dat de Nazi’s in de Tweede Wereldoorlog produceerden. Ze hebben zowel invloed op het zenuwstelsel als op de hormoonhuishouding. Nog steeds toegelaten als insecticide.

Glycol ethers worden gebruikt als oplosmiddel in verf, schoonmaakmiddelen, remvloeistof en cosmetica. Ze behoren tot de VOS – vluchtige organische stoffen. Klachten als gevolg van blootstelling varieren van asthma en allergieen tot vruchtbaarheidsproblemen.

In deze producten kun je hormoonverstoorders aantreffen

Voeding
Schadelijke stoffen in voedingsmiddelen zijn vaak residuen van bestrijdingsmiddelen van groenten en fruit, zoals atrazine, dithiocarbamaten en vinclozolin. Stoffen die in de EU verboden zijn kunnen alsnog via import op je bord belanden. Zware metalen en antibiotica komen voor in vis, vooral bij soorten hoog in de voedselketen en bij niet duurzaam gekweekte vis.

Kraanwater
Nederland heeft relatief veilig drinkwater. Maar het kraanwater is niet overal van die hoge kwaliteit. In tegendeel zelfs, getuige een recent onderzoek naar de drinkwaterkwaliteit in de Verenigde Staten. Iets om vooral tijdens vakanties en verblijf in het buitenland rekening mee te houden.

Voedselverpakkingen
Bisfenol A (BPA) kan vanuit plastic voedselverpakkingen in het voedsel komen. Ondanks de toegenomen onrust en bezorgdheid, wordt BPA nog steeds gebruikt in veel kunststof producten. Om baby’s te beschermen, zijn babyflessen die polycarbonaat (bevat BPA) bevatten verboden voor de Europese markt. Andere EDC s die in voeding kunnen voorkomen zijn de conserveringsmiddelen propylparabeen (E216), galaten (Propylgallaat(E310), Octylgallaat (E311), Dodecylgallaat (E312), antioxidanten (tBHQ ( tert-Butylhydrochinon, E319), BHA ( Butylhydroxyanisol, E320), BHT (Butylhydroxytolueen, E321) en weekmakers (ftalaten) van plastic verpakkingen.

Textiel, kleding en schoeisel
Veel geïmporteerd textiel is vervuild met nonylfenolethoxylaten (NFE). Deze stof is verboden in Europa en wordt in Aziatische landen gebruikt bij het produceren en reinigen van textiel, waardoor ook de werknemers gezondheidsgevaar op kunnen lopen. NFE kan uit de kleding worden gewassen, maar komt dan via het riool in het milieu terecht. Foto’s en logo’s op textiel zijn vaak gemaakt met PVC coatings en ftalaten (weekmakers).

Kledingstukken met antimicrobiële eigenschappen, zoals sportkleding, ondergoed en sokken, kunnen tributyltin (TBT) bevatten. (TBT wordt ook toegevoegd aan scheepsverf om algen en mosselen te doden.) Ftalaten en TBT worden ook vaak aangetroffen in rubberen laarzen, plastic klompen, regenbroeken en andere waterbestendige kleding. Geïmporteerde leren schoenen kunnen PCP (pentachloorfenol; toxisch en kankerverwekkend) of chromaat(kankerverwekkend en allergeen) bevatten.

(Baby)verzorgingsproducten
Sommige ingrediënten van cosmetische producten hebben een hormoonverstorende werking. Dit zijn o.a. UV-filters in zonnebrandmiddelen en dagcrèmes en conserveringsmiddelen (meestal parabenen) in douchegels, shampoos, crèmes, lotions en babyverzorgingsproducten. Denemarken heeft in 2011 de conserveringsmiddelen propylparabeen en butylparabeen in huidverzorgingsproducten voor baby’s en jonge kinderen (jonger dan drie jaar) verboden. Nederland en België volgen de Europese Wetgeving en stellen geen specifiekere regels voor het gebruik van deze parabenen in verzorgingsproducten.

Producten voor kinderen
Baby’s en peuters ontdekken hun omgeving met alle zintuigen. Via de mond en hun huid (erg doorlaatbaar) kunnen schadelijke stoffen hun lichaam binnendringen. Koop daarom babyproducten die PVC-en BPA-vrij zijn. Bisfenol A en sommige weekmakers zijn verboden in producten voor kinderen jonger dan 3 jaar. Producten geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar kunnen echter wel een aantal van deze ftalaten bevatten. Wees ervan bewust dat jonge kinderen niet alleen kauwen op bijtringen of teddyberen, maar ook dingen die niet bestemd zijn voor kinderen.

Speelgoed
Veel speelgoed bevat nog steeds veel schadelijke stoffen. Plastic poppen en speelgoed van zacht plastic kunnen schadelijke weekmakers (ftalaten) bevatten, knuffels van pluche of de vulling van knuffels kunnen schadelijke broomhoudende vlamvertragers bevatten. Helaas zijn er nog geen etiketteringsvoorschriften voor speelgoed.

Bioplastics zijn geen garantie voor veiligheid
De term bioplastics wekt bij veel mensen de indruk dat deze kunststoffen veiliger zouden zijn dan hun reguliere broertjes. Maar in feite zegt die term niets over de veiligheid van deze stoffen. ‘Bio’ slaat uitsluitend op de gebruikte grondstoffen die van plantaardige oorsprong zijn in plaats van minerale. Maar de productiewijze, en vooral de gebruikte toevoegingen, bepalen of een kunststof veilig is. En die zijn ook bij bioplastics vaak niet anders dan bij verdachte en ongezonde soorten.

Wetten en regels
Het gebruik van veel chemische stoffen waarvan de risico’s bekend en bewezen zijn (eigenlijk, waarvan de ambtenaren het bewijs sterk genoeg vinden) is gereguleerd op Europees nivo. Lijsten van die stoffen en de regels vindt je bij ECHA, het European Chemicals Agency.

Er is een Europees registratieprogramma voor chemische stoffen, REACH. Dat geldt echter niet voor bestrijdingsmiddelen en andere EDC s. Ook laat het de noodzaak tot melding van gevaarlijke componenten over aan het oordeel van de fabrikant. Wel is er een expertgroep EDC s onder ECHA met een adviserende, niet bindende rol. Het DG Milieu publiceert de status van de voortgang van de regelgeving rond hormoonverstoorders.

In Nederland publiceert de Staatscourant twee keer per jaar een lijst van kankerverwekkende, mutagene en voor de voortplanting schadelijke stoffen.

Maar het duurt lang voordat de instanties voldoende bewijs voor gezondheidschade vergaren en erkennen. Ondertussen verschijnen er steeds meer stoffen die op zijn minst verdacht, en vaak ook al bewezen schadelijk zijn.

De samenstelling van die stoffen wordt omwille van patenten en bescherming van de concurrentiepositie meestal niet vrijgegeven door de industrie. Wetenschappers moeten ze als het ware opnieuw ‘ontdekken’, waardoor ze voortdurend op achterstand staan.

En wanneer een bepaalde stof eindelijk bewezen en geaccepteerd schadelijk is en verboden wordt, kan met een kleine variatie opnieuw een stof die bijna hetzelfde is, worden toegepast. Zoals BPS en BPF nu BPA vervangen.

Om het nog moeilijker te maken worden verschillende schadelijke stoffen voor meerdere toepassingen gebruikt en soms onderling gecombineerd. Combinaties van schadelijke stoffen kunnen nog grotere schade veroorzaken, wat we ook wel het cocktail effect noemen. Onderzoek naar cocktail effecten en meervoudige schadelijke eigenschappen moet sterk worden uitgebreid, vinden veel organisaties die zich inzetten voor een gezonde leefomgeving.

De wetgeving loopt achter
Wetgeving maken voor gevaarlijke chemische stoffen is een complexe materie en de manier waarop deze tot stand komt staat onder zware kritiek. De huidige wetgeving is typisch gericht op geïsoleerde stoffen en niet op groepen van stoffen. Daardoor moet er voor elke schadelijke variant een eigen wet worden gemaakt. Toch zijn de verschillen binnen een groep van stoffen vaak zo klein, dat ze voor de gezondheidsrisico’s nauwelijks verschil maken.

Regulering is extra moeilijk omdat bedrijven de exacte samenstelling van stoffen geheim kunnen houden omwille van concurrentie. Daardoor loopt onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar de risico’s van stoffen die de industrie introduceert, vaak achter. Instanties moeten dan genoegen nemen met het onderzoek van de fabrikanten zelf. Zo kan de slager lang zijn eigen vlees blijven keuren.

Daarnaast is er de invloed van lobbyisten uit de industrie op de ambtenaren die de regelgeving moeten uitwerken. Die heeft vaak tot gevolg dat de meest kritische wetenschappelijke onderzoeken voor een stof niet worden toegelaten bij de beoordeling van de risico’s. En dan zijn er nog de vele verschillende instanties die niet altijd soepel samenwerken.

Economische belangen
H
et probleem van hormoonverstorende stoffen raakt veel sectoren met enorme economische belangen. Het gaat om de kunststofindustrie, kleding, voeding en verpakkingen, de reguliere landbouw. Het gaat om verzorgingsproducten, cosmetica en schoonmaakmiddelen. In al die sectoren zullen kosten gemaakt moeten worden om hormoonverstoorders uit te bannen.
kosten hormoonverstoorders

Jaarlijkse kosten van gezondheidsschade als gevolg van hormoonverstoorders
Dat moet, omdat het om onze gezondheid gaat. Maar dat moet ook, omdat de medische kosten om de gevolgen van hormoonverstoorders te behandelen misschien nog wel hoger zijn dan de kosten voor de industrie om ze niet te gebruiken. Schattingen van de kosten als gevolg van blootstelling aan hormoonverstoorders in Europa lopen op tot meer dan 600 miljard euro aan extra zorgkosten per jaar. Alleen voor Nederland wordt dat bedrag op meer dan 20 miljard geschat. Die kosten betaalt de overheid uit de belastingen die wij afdragen. Het wordt hoog tijd dat de politici die klagen over de al maar stijgende zorgkosten zich realiseren dat hier een flink deel van de oplossing daarvoor ligt.

De stand van zaken
Alle cosmetica is onderworpen aan de Europese cosmeticarichtlijn. Alle cosmetische ingrediënten moeten duidelijk op het product worden vermeld.

Speelgoed is onderworpen aan de Europese speelgoedrichtlijn, de verpakking van levensmiddelen aan de Europese etikettering richtlijn en insecticiden en pesticiden aan de biocide- en pesticide verordeningen.

Helaas is er vaak geen verplichting om de chemische ingrediënten toe te lichten. Ook zijn EDC s niet opgenomen in de Europese regelgeving rondom schadelijke stoffen, REACH. Een van de hoofddoelen van REACH (Europese chemische richtlijn) is de verbetering van de gezondheid, door terugdringing van het (grote) aantal schadelijke stoffen in dagelijkse producten.

De European Food Safety Authority (Europese voedselveiligheidsautoriteit, EFSA) is een bureau (agentschap) van de Europese Unie dat onafhankelijke wetenschappelijke adviezen geeft over voedselveiligheid. Op hun wetenschappelijke bevindingen wordt het Europese beleid en wetgeving op gebied van voedselveiligheid gebaseerd. Zo maakt de EFSA adviezen over E-nummers, de veiligheid van nieuwe stoffen en genetisch gemodificeerde producten. Deze adviezen wegen zwaar mee voor de Europese Commissie om beleid op te kunnen maken.

In Nederland heeft de Tweede Kamer begin 2017 een motie aangenomen om Bisphenol A (BPA) in zogeheten voedselcontactmaterialen te verbieden. De motie werd door de Partij voor de Dieren ingediend en wijst erop dat BPA is opgenomen in de lijst van zeer zorgwekkende stoffen van het European Chemicals Agency (ECHA). Het Europees Parlement heeft ook opgeroepen tot een verbod op BPA in voedselcontactmaterialen. Frankrijk heeft al een dergelijk verbod ingevoerd.

De Franse regering heeft in juli 2017 overzichten gepubliceerd met meer dan 1000 toegelaten onkruidverdelgers en insecticiden die officieel door de EU zijn toegelaten, maar die hormoonverstoorders bevatten.

Wat kun je zelf doen om risico’s te beperken

Let goed op welke producten je koopt. Dat kan je blootstelling aan EDC s verminderen. Bij voorbeeld bij de groenten en fruit die je eet. Gewassen die het meest bespoten worden zijn:

biologische tomaten
aardbeien
spinazie
nectarines
appels
perziken
peren
kersen
druiven
selderij
tomaten
paprika
aardappelen

Kies producten zorgvuldig.
Lees het etiket, let op keurmerken en termen zoals PVC-vrij of BPA-vrij. Erkende keurmerken zijn: Ökotex, de “Blauwe Engel”, de Euroflower en biologische voedseletiketten.

Vermijd producten met PVC (code 3) en polycarbonaat (code 7). In het algemeen zijn voedselverpakking van glas, roestvrij staal en porselein beter dan plastic verpakkingen.

Ventileer je woning regelmatig. Verontreinigende stoffen hopen zich op in de binnenlucht.

Vraag de winkelier en/of fabrikant of de ingrediënten in de verf, speelgoed, verpakkingen en huidverzorgingsproducten zijn getest op mogelijk hormoonverstorende effecten of dat het product andere schadelijke stoffen bevat. De REACH Verordening geeft winkeliers of fabrikanten 45 dagen om op je vraag te reageren. Hoe kritischer de klant is, hoe sneller producenten hun productbeleid zullen veranderen. Zo kun je de fabrikant beïnvloeden.

Tips voor specifieke producten

Baby en kinderproducten
Lees de ingrediënten op het etiket. Vermijd(baby)verzorgingsproducten met propylparabenen, butylparabenen of BPA.
Vermijd zonproducten en huidverzorgingsproducten met hormoonverstorende UV-filters benzophenone-1, benzophenone-2 , 3-benzylidene camphor en ethyl-4-aminobenzoate. Ook DEP (diethylftalaat), kunstmatige geurstofen, PEG (polyethylene glycol/polyether glycol),PEG derivaten (van PEG afgeleide stoffen)en parafinne/aardolieproducten/siliconen kun je beter vermijden gezien de mogelijk negatieve gezondheidseffecten. Zonproducten met minerale UV-filters zijn beter.
Minder is meer. Gebruik babyverzorgingsproducten alleen als het nodig is.
Koop fopspenen, zuigflessen, eetgerei en andere producten die BPA-vrij zijn. Raadpleeg de fabrikant voor meer informatie!
Plaats een wasbare stof op de bovenkant van het plastic verschoonkussen (bijv. Een handdoek of luier).

Speelgoed
Koop stoffen poppen en knuffels van natuurlijke vezels. Let eventueel op Oeko-Tex 100 label.
Was knuffels voor gebruik.
Geef je baby geen speelgoed van zacht plastic dat volgens het label niet geschikt is voor kinderen onder de leeftijd van 3.
Ruik het speelgoed voor aankoop! Koop geen speelgoed met een onaangename geur of speelgoed dat raar aanvoelt.

Kleding en textiel
Was nieuwe kleding voor het dragen.
Koop geen kinderkleding met PVC-deeltjes of pvc-coating, zoals ethyleen vinylacetaat. Er zijn PVC-vrije alternatieven voor rubberen laarzen, plastic klompen en flip-flops . Vraag het aan de winkelier!
Kies voor kleding van biologisch katoen en natuurlijke vezels. Let op het Öko-Tex Standard 100 label.
Gebruik geen producten (sokken, sportkleding) met antibacteriële eigenschappen.

Voeding en verpakkingen
Vermijd producten gemaakt van polycarbonaat, herkenbaar door het PC etiket of recyclecode 07. Gebruik voor het bewaren van voedsel producten gemaakt van glas, porselein of polyethyleen PE.
Gebruik geen voedsel uit blik. Vooral bij vette producten komt BPA makkelijker vrij uit de coating.
Kies voor verse (en indien mogelijk onverpakte en regionale) voedingsmiddelen.
Kies biologische voedingsmiddelen, deze bevatten geen residuen van bestrijdingsmiddelen.
Warm geen voedsel op in plastic schaaltjes, vooral niet in de magnetron.

Conclusie
Hormoonverstoorders zijn stoffen die je gezondheid bedreigen en die in veel voeding, huishoudelijke producten en in kleding voorkomen. De regelgeving is versnipperd en te beperkt en wetenschappelijk onderzoek naar de risico’s van EDC s houdt het tempo waarin de industrie nieuwe stoffen introduceert niet bij.

Met de juiste informatie en goed opletten wat je koopt kun je zelf veel doen om het te beperken.

Bron: Duurzaamnieuws

Toon meer

Related Articles

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Back to top button